sniðugur
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
sniðugur | sniðugri | sniðugastur |
alle verbuigingsvormen |
sniðugur
- clever, doorgewinterd, gehaaid, goochem, gewiekst, intelligent, slim, verstandig, wijs
- ingenieus, slim, schrander, vermaakt, vindingrijk
- geslepen, sluw
- praktisch
- [1-4]: sniðugheit