gehaaid
- ge·haaid
- In de betekenis van ‘gewiekst’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
- vervoeging van haaien: de stam met omvoegsel ge- -d [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gehaaid | gehaaider | gehaaidst |
verbogen | gehaaide | gehaaidere | gehaaidste |
partitief | gehaaids | gehaaiders | - |
gehaaid [3]
- (informeel) zeer geraffineerd t.a.v. de eigen belangen
vervoeging van: | haaien… |
verbogen vorm: | gehaaide |
gehaaid
- voltooid deelwoord van haaien
- Het woord gehaaid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gehaaid" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "gehaaid" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gehaaid op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be