Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snel·weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snelweg snelwegen
verkleinwoord snelwegje snelwegjes

Zelfstandig naamwoord

de snelwegm

  1. (verkeer) een grote brede weg speciaal voor motorvoertuigen
    • Als er op de snelweg geen file staat, halen we het wel. 
     De Nationale 7 past in dit ideaal van slow driving. Je rijdt door plaatsen die je alleen kent van de borden boven de snelweg. Nevers, Lyon, Valence, Montélimar. Zo vind je jezelf terug op een warme zomeravond op een pleintje in de oude stad van Montélimar, bij restaurant Aux Gourmands, waar de ober vertelt dat de pistachenoten bij de tarte tatin afkomstig zijn van een lokale producent die maar twee bomen heeft.[1]
     Dit gehucht bestond uit een Best Western Motel aan een snelweg met een benzinestation en een McDonald’s.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be