Ei skøyte
Een viskotter

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • skøy·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Zelfstandig naamwoord 1: afkomstig van het Nederlandse zelfstandige naamwoord schuit
  • Zelfstandig naamwoord 2: afkomstig van het Engelse zelfstandige naamwoord skate, dat van het Nederlandse zelfstandige naamwoord schaats komt
Naar frequentie 29875
vervoeging
onbepaalde wijs skøyte
tegenwoordige tijd skøyter
verleden tijd skøyta
skøytet
voltooid
deelwoord
skøyta
skøytet
onvoltooid
deelwoord
skøytende
lijdende vorm skøytes
gebiedende wijs skøyt
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

skøyte

  1. (sport) schaatsen, schaatsenrijden
  2. (sport) (van langlaufski) skiën door afstoten met één ski in de manier van schaatsen
Synoniemen


Zelfstandig naamwoord 1:
znw 1 +
znw 2
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skøyte     m: skøyten
v: skøyta  
  skøyter     skøytene  
genitief   skøytes     m: skøytens
v: skøytas  
  skøyters     skøytenes  

Zelfstandig naamwoord

skøyte, m / v

  1. (scheepvaart) kotter
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord 2:

Zelfstandig naamwoord

skøyte, m / v

  1. (gereedschap), (sport) schaats
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • skøy·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Werkwoord 1: afkomstig van het Oudnoorse werkwoord skeyta
  • Zelfstandig naamwoord 1: afkomstig van het Nederlandse zelfstandige naamwoord schuit
  • Zelfstandig naamwoord 2: afkomstig van het Engelse zelfstandige naamwoord skate, dat van het Nederlandse zelfstandige naamwoord schaats komt
Werkwoord 1:
vervoeging
onbepaalde wijs skøyte
skøyta
tegenwoordige tijd skøyter
verleden tijd skøytte
voltooid
deelwoord
skøytt
onvoltooid
deelwoord
skøytande
lijdende vorm skøytast
gebiedende wijs skøyt
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking werkwoord 1 +
werkwoord 2

Werkwoord

skøyte

  1. (sport) schaatsen, schaatsenrijden
  2. (sport) (van langlaufski) skiën door afstoten met één ski in de manier van schaatsen
Synoniemen


Werkwoord 2:

Werkwoord

skøyte

  1. (juridisch) overdragen van het eigendomsrecht door een bepaald eigendomsdocument (zie zelfstandig naamwoord 3)
Zelfstandig naamwoord 1:
znw 1 +
znw 2 +
znw 3
v
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skøyte     skøyta     skøyter     skøytene  

Zelfstandig naamwoord

skøyte, v

  1. (scheepvaart) kotter
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord 2:

Zelfstandig naamwoord

skøyte, v

  1. (gereedschap), (sport) schaats
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord 3:
znw 3
o
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skøyte     skøytet     skøyte     skøyta  

Zelfstandig naamwoord

skøyte, v / o

  1. (juridisch) een eigendomsdocument over grondeigendom of over een schip
Opmerkingen