fiskeskøyte

Een fiskeskøyte
Een viskotter

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈfiskə.ʃœjtə /

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van  fiske zn "het vissen"  en  skøyte zn "kotter" 

Naar frequentie	zeldzaam

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	fiskeskøyte	m: fiskeskøyten v: fiskeskøyta	fiskeskøyter	fiskeskøytene
genitief	fiskeskøytes	m: fiskeskøytens v: fiskeskøytas	fiskeskøyters	fiskeskøytenes

Zelfstandig naamwoord

fiskeskøyte, m / v

1. (scheepvaart) viskotter

   «Ni personer var om bord i fiskeskøyta "Leif Roald" fra Tromsø da den gikk på grunn.»

   Negen mensen waren aan boord in de viskotter "Leif Roald" uit Tromsø toen die aan de grond liep.

Hyperoniemen

• fiskefartøy

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈfiskə.ʃœjtə /

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van  fiske zn "het vissen"  en  skøyte zn "kotter" 

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	fiskeskøyte	fiskeskøyta	fiskeskøyter	fiskeskøytene

Zelfstandig naamwoord

fiskeskøyte, v

1. (scheepvaart) viskotter

Hyperoniemen

• fiskefartøy