viskotter
- vis·kot·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | viskotter | viskotters |
verkleinwoord | viskottertje | viskottertjes |
de viskotter m
- (visserij) boot geschikt voor visserij op zee
- ▸ De viskotter werd deze week aan de ketting gelegd, omdat bij controle bleek dat de maaswijdte van de netten te klein was. Joop Siereveld, eigenaar van de kotter, zei toen tegen Omroep Zeeland dat hij de maatregel "zwaar overtrokken" vond.[2]
- ▸ Tegen de bemanningsleden en eigenaar van een Urker viskotter zijn celstraffen tot zes jaar geëist. Vorig jaar juni werd ruim 260 kilo cocaïne gevonden aan boord van de kotter.[3]
- Het woord viskotter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Nederlandse visser beboet in Frankrijk, 'Fransen leggen op alle slakken zout'” (Zaterdag 17 maart 2018, 17:57), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Celstraffen tot zes jaar geëist voor drugssmokkel met viskotter” (Dinsdag 27 maart 2018, 13:30), NOS