• sjwa
  • Leenwoord uit het Modern hebreeuws, in de betekenis van ‘toonloze e’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
  • Herkomst: Hebreeuws [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord sjwa sjwas
sjwa's
verkleinwoord (sjwatje
sjwaatje)
(sjwatjes
sjwaatjes)

de sjwav / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) bepaald Hebreeuws schriftteken
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) toonloze klinker, meestal geschreven met de letter e, 'stomme e', in het IPA aangegeven met ə
9 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[3]