sjwa
- sjwa
- Leenwoord uit het Modern hebreeuws, in de betekenis van ‘toonloze e’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
- Herkomst: Hebreeuws [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjwa | sjwas sjwa's |
verkleinwoord | (sjwatje sjwaatje) |
(sjwatjes sjwaatjes) |
- (Jiddisch-Hebreeuws) bepaald Hebreeuws schriftteken
- (Jiddisch-Hebreeuws) toonloze klinker, meestal geschreven met de letter e, 'stomme e', in het IPA aangegeven met ə
1. toonloze klinker
- Het woord sjwa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sjwa" herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sjwa" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be