Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sig·naal·sterk·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord signaalsterkte signaalsterkten
verkleinwoord signaalsterktetje signaalsterktetjes

Zelfstandig naamwoord

de signaalsterktev

  1. (natuurkunde), (elektronica) de signaalspanning die in een ontvangantenne door het plaatselijke elektromagnetische veld wordt opgewekt. De signaalsterkte wordt uit gedrukt in volt
    • Doordat wordt uitgezonden met een minder krachtige reservezender, is de signaalsterkte nu zo laag dat de ruis duidelijk waarneembaar is. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid