Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • short·track
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord shorttrack -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de shorttrackm

  1. een schaatsdiscipline waarbij op een baan van 111,12 meter op diverse afstanden geschaatst wordt door meerdere rijders tegelijk
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
shorttracken

shorttrack

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shorttracken
    • Ik shorttrack. 
  2. gebiedende wijs van shorttracken
    • Shorttrack! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shorttracken
    • Shorttrack je? 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be