seder
- se·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | seder | seders (sedariem) |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) joodse paasviering ter herdenking van de uittocht uit Egypte, met maaltijd op de eerste avond van Pesach
- (Jiddisch-Hebreeuws) deel (van de Misjna)
- uit Jiddisj: seider
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord seder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.