schuttingwoord
- schut·ting·woord
- samenstelling van schutting zn en woord zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schuttingwoord | schuttingwoorden |
verkleinwoord |
- een ordinair, niet net woord dat gebruikt wordt om iemand te beledigen of te kwetsen
- ‘Trump verzet zich tegen het plan van president Obama om de Amerikaanse controle van het internet over te dragen aan buitenlandse machten’, staat in een persbericht. En hij voegt er meteen nog een paar flagrante onwaarheden aan toe. Dat de ICANN zal worden overgedragen aan ‘de Verenigde Naties’ bijvoorbeeld (voor conservatief Amerika is ‘VN’ een schuttingwoord). [2]
- Ze heeft geen idee wie er achter zit. „Ik vermoed dat het met de achternaam te maken heeft. Bij de politie dacht de agent die ik sprak aan jeugd, maar dan verwacht ik eerder een schuttingwoord.” [3]
1. scheldwoord
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord schuttingwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 24 SEPTEMBER 2016 Dominique Deckmyn
- ↑ Tubantia Domien Esselink 21-september-2016