1. Een diagram dat de werking van schrapnel laat zien.
  • schrap·nel
enkelvoud meervoud
naamwoord schrapnel schrapnels
verkleinwoord

de schrapnelm

  1. (militair) explosief waaruit veel kogels of scherven wegschieten
     Soms zoefde een schrapnel door de lucht.[3]
  2. stukjes metaal die door een explosie rondvliegen
     'Ik heb verwondingen aan mijn hoofd en been, ik vermoed door de schrapnel. In de seconden daarna was het enorme chaos. Ik werd eerst naar een brandweerpost geleid, daarna naar de politie.'[4]
     Het waren echte oorlogswonden. Veel amputaties en verwondingen door rondvliegende brokstukken en schrapnel.'[5]
  3. (figuurlijk) (drinken) glaasje drank met een hoog percentage alcohol
19 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[6]
  1. schrapnel op website: Etymologiebank.nl
  2. "schrapnel" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  3.   Weblink bron “De blijde kruisvaart.”, herdruk, 1e druk 1919 (1929), Nederlandsche Uitgevers-Maatschap, Amsterdam, p. 119
  4.   Weblink bron
    Maxie Eckert, Stijn Cools, Veerle Beel
    “SLACHTOFFERS. 'Tweede explosie wierp mij tegen de grond'” (22/03/2016), De Standaard
  5.   Weblink bron
    svg
    “Getuigenissen. ‘Erger dan ik in Afghanistan gezien heb'” (22/03/2016), De Standaard
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be