schoonvegen
- Geluid: schoonvegen (hulp, bestand)
- schoon·ve·gen
schoonvegen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schoonvegen |
veegde schoon |
schoongeveegd |
zwak -d | volledig |
- reinigen met een borstel of bezem
- Of de man even vakantie neemt om van het nieuws te bekomen of definitief stopt met het schoonvegen van de Brusselse straten, is niet duidelijk. De identiteit van de man wordt ook geheimgehouden. [3]
- (figuurlijk) de straat schoonvegen: het publiek wegjagen
- ieder moet zijn eigen stoep schoonvegen
ieder moet eerst voor zijn eigen zaken zorgen voordat hij zich gaan bemoeien met andermans zaken
- je eigen straatje schoonvegen
alles alleen maar uitleggen in je eigen voordeel
- Het verwijt dat Masmeijer zijn straatje mag schoonvegen, snijdt geen hout. Sterker, het interview leek soms eerder op een kruisverhoor, omdat hij werd geconfronteerd met tegenstrijdigheden over zijn strafzaak. 'Dat moest ook', zegt de chef, 'we laten hem natuurlijk niet kritiekloos leeglopen.' [4]
- Het woord schoonvegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schoonvegen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ schoonvegen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 17/oktober/2016 door jva
- ↑ Volkskrant Annieke Kranenberg 2 juli 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be