Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sweep
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels (sweep)
enkelvoud meervoud
naamwoord sweep sweeps
verkleinwoord sweepje sweepjes

Zelfstandig naamwoord

de sweepv / m

  1. op een radarbeeld de lijn die rondjes draait waarbij de positie en andere gegevens op het beeld ververst worden.

Meer informatie