schoonheidsmiddel
- schoon·heids·mid·del
- samenstelling van schoonheid zn en middel zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoonheidsmiddel | schoonheidsmiddelen |
verkleinwoord | schoonheidsmiddeltje | schoonheidsmiddeltjes |
- product waarmee men een persoon zich mooier zou kunnen maken
- ▸ Het zingen van de vogels, de zachte zeebries, die milde zuidwestenwind van Cornwall, die als een liefkozing is, zacht en vochtig, en een schoonheidsmiddel omdat hij je huid doet gloeien; de plotselinge glimpen van de zee, middernachtelijk blauw, azuurblauw, pauwblauw, groenachtig blauw, aquamarijn, als de blauwen op het palet van de hemelse kunstenaar - en grijzen, groenen en parelmoer.[2]
- crème, dagcrème, eyeliner, haarmiddel, lippenstift, lipstick, lotion, make-up, mascara, nachtcrème, oogschaduw, poeder, rouge
- Het woord schoonheidsmiddel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“Burcht der verschrikking” (1966), Saga, ISBN 9788726484878