1. rouge in poedervorm
  • rou·ge
  • Van het Franse  rouge zn [1][2]. In de betekenis van ‘rode schmink’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1779 [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord rouge rouges
verkleinwoord - -

rouge m/o

  1. (cosmetica) rood poeder of smeersel voor een blos op de wangen
    • Tussen nagellak en tandpasta vond ze de dagcrème die ze zorgvuldig op haar gezicht aanbracht. Uit een laatje haalde ze rouge tevoorschijn die haar ten deel was gevallen met de inhoud van een toiletkastje, na haar moeders dood. Ze stipte eerst de linker- en toen de rechterwang aan. [4]
95 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[5]


  • Afkomstig van het Latijnse rubeus (rood).
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  rouge     le rouge     rouges     les rouges  

rouge m

  1. (kleur) rood
  enkelvoud meervoud
  mannelijk  /
  vrouwelijk  
rouge rouges

rouge m v

  1. (kleur) rood