scherprechter
- Geluid: scherprechter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxɛrəpˌrɛxtər / (3 of 4 lettergrepen)
- scherp·rech·ter
- van Middelnederlands scharprechter, op te vatten als samenstelling van scherp zn en rechter zn , in de betekenis van ‘beul voor doodstraffen’ voor het eerst aangetroffen in 1454 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scherprechter | scherprechters |
verkleinwoord | scherprechtertje | scherprechtertjes |
de scherprechter m
- (beroep) traditioneel de uitvoerder van van overheidswege opgelegde lijfstraffen en aangesteld om ter dood veroordeelden te executeren
- ▸ Als de populaire ouwe meisjesgek Ko-Ko wordt betrapt en als eerste voor de bijl zal gaan verzinnen ze een list: ze benoemen hem tot de beul, de scherprechter. Daarmee lijkt het gevaar voorgoed afgewend.[3]
- (figuurlijk) iets wat een duidelijk onderscheid oplevert voor succes of falen
- ▸ Het is hier dat het peloton na uren in elkaars zog te hebben gezeten eindelijk uit elkaar spat, meestal dan. De Poggio is de laatste hindernis op weg naar de finish, niet steil, maar met driehonderd kilometer in de benen een heel ander verhaal. Renners zonder sprint kunnen hier nog wat proberen, precies wat wedstrijdorganisator Vincenzo Torriani in 1960 voor ogen had. Hij vond dat zijn klassieker te vaak door een sprinter werd gewonnen, het wedstijdverloop werd voorspelbaar, saai. Genoeg reliëf rond Sanremo. In het klimmetje naar Poggio vond hij de ideale scherprechter.[4]
- ▸ Zestien brouwerijen telde Nederland op het dieptepunt, rond 1980. Inmiddels zijn het er volgens de laatste cijfers van de Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur 765. Rond de brouwketels fluistert men al langer dat het er eigenlijk te veel zijn. Brouwerijen hadden zich schrap gezet voor de onvermijdelijke recessie of prijzenoorlog die de groei zou stoppen. Maar een pandemie als scherprechter?[5]
- [1] beul
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord scherprechter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "scherprechter" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Karel Knip“De vicieuze impasse van de beul die zichzelf onthoofdt” (7 december 2018) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Dennis Boxhoorn“Ook al is het doodstil, de magie van Milaan-Sanremo is op de Poggio het grootst” (8 augustus 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Bastiaan Nagtegaal“Het zijn nu dorre tijden in het bierlandschap” (17 april 2020) op nrc.nl