scheepsdokter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scheeps·dok·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schip zn en dokter zn met het invoegsel -s- met klankverandering i - ee (IPA: /ɪ/ -/e/)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheepsdokter | scheepsdokters |
verkleinwoord | scheepsdoktertje | scheepsdoktertjes |
Zelfstandig naamwoord
de scheepsdokter m
- (beroep), (scheepvaart), (medisch),dokter op een zeeschip
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord scheepsdokter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.