• sanc·ti·o·ne·ren
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘goedkeuren’ voor het eerst aangetroffen in 1830 [1]
  • uit het Frans met het achtervoegsel -eren[2]

sanctioneren [3]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sanctioneren
sanctioneerde
gesanctioneerd
zwak -d volledig
  1. overgankelijk toestemming verlenen voor
    • Toch is de vraag of het sporttribunaal de nu door het IOC gecreëerde rechtsongelijkheid kan sanctioneren. Waarom zou Amerika voormalige dopinggebruikers als Tyson Gay en Justin Gatlin wel mogen afvaardigen naar Rio? En kan het tribunaal wel binnen tien dagen bijna 400 Russische sporters screenen? Bach: 'Het wordt een uitdaging, maar we hadden geen keuze. [4] 
  2. overgankelijk garanderen, waarborgen
  3. overgankelijk (vooral BE) onderwerpen aan een sanctie [1]
    • Over naar Nederland. Zet een paar puntjes op de u’s en voeg wat hoofdletters toe, en het stuk dat Marcel ten Hooven zojuist voor De Groene schreef kan direct in een Duitse krant. Tegenwoordig jongleren beleidsmakers met de rechtsstaat, zegt Ten Hooven. Met een beroep op veiligheid harkt de staat macht en bevoegdheden naar zich toe, met als doel ‘dieper te kunnen interveniëren, scherper te controleren, meer te sanctioneren’. [5] 
93 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[6]