süß
- süß
- Afkomstig uit het Middelhoogduits en Oudhoogduits
süß
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
süß |
süßer |
am süßesten |
alle verbuigingsvormen |
süß
- (kleur) zoet (naar smaak en geur)
- «Die Blüten haben einen süßen Duft.»
- De bloemen hebben een zoete geur.
- «Die Blüten haben einen süßen Duft.»
- (figuurlijk) lief, liefelijk, snoezig, schitterend
- (pejoratief) slijmerig
- [2]: entzückend
- [2]: liebreizend
- [2]: niedlich
- [3]: übertrieben freundlich