ruslelie
- (IPA in voorbereiding)
- rus·le·lie
- samenstelling van rus zn en lelie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ruslelie | ruslelies rusleliën |
verkleinwoord | ruslelietje | ruslelietjes |
- (bloemplanten) Sisyrinchium bermudiana een overblijvende plant, die behoort tot de lissenfamilie (Iridaceae ). De ruslelie komt in Nederland in het wild voor in Twente en is mogelijk verwilderd of een adventief. De plant wordt ook in de siertuin gebruikt. De plant wordt 10-40 cm hoog en heeft een afgeplatte, gevleugelde stengel. De lijnvormige bladeren zijn tot 5 mm breed
- Het woord 'ruslelie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.