runderhorzel
- run·der·hor·zel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | runderhorzel | runderhorzels |
verkleinwoord | runderhorzeltje | runderhorzeltjes |
- (tweevleugeligen) Hypoderma bovis horzel die eieren op de huid van runderen legt en waarvan de larven leven in onderhuidse abcessen
- Het woord runderhorzel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.