tweevleugeligen
- Geluid: tweevleugeligen (hulp, bestand)
- IPA: / tweˈvløɣələɣə(n) / (5 lettergrepen)
- twee·vleu·ge·li·gen
- [1] tweevleugelige met uitgang -en
- [2] leenvertaling van Latijn diptera en Oudgrieks δίπτερα, gevormd met δι- (di-) "twee-" en πτερόν (pterón) "vleugel" [1]
de tweevleugeligen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tweevleugelige
- meervoudsvorm als officiële benaming (insecten) een orde Diptera van insecten waartoe alle vliegen (Brachycera ) en muggen (Nematocera ) behoren. De tweevleugeligen komen wereldwijd voor en worden vertegenwoordigd door honderdduizenden soorten, die in verschillende vormen voorkomen en een breed scala aan levenswijzen hebben. Bekende tweevleugeligen zijn de dazen, langpootmuggen en zweefvliegen
- ▸ Van de tweevleugeligen (vliegen, muggen), de schubvleugeligen (vlinders) en de vliesvleugeligen (mieren, bijen, hommels) zijn elk tussen de 155.000 en de 160.000 soorten beschreven.[2]
- [2] insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
- [2] zie de categorie: Tweevleugeligen in het Nederlands
- [2] breedvoetvliegen, dansmuggen, muggen, steekmuggen, vliegen, zweefvliegen
- Het woord 'tweevleugeligen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marcel aan de Brugh“Hoe we de insecten kunnen redden – met meer bloemen en minder kunstmest” (27 oktober 2017) op nrc.nl