breedvoetvliegen
- (IPA in voorbereiding)
- breed·voet·vlie·gen
- samenstelling van breedvoet zn en vliegen zn
- breedvoetvlieg zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | breedvoetvliegen | |
verkleinwoord |
de breedvoetvliegen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord breedvoetvlieg
- meervoudsvorm als officiële benaming (tweevleugeligen) Platypezidae een familie van tweevleugeligen met 277 beschreven soorten. In Nederland komen 24 soorten voor
- [2] broekbosbreedvoet, grijsvlekbreedvoet, grijze honingzwambreedvoet, kleine elfenbankjesbreedvoet, oranje zilvervlekbreedvoet, parasolzwambreedvoet, peksteelbreedvoet, rode honingzwambreedvoet, tonderzwambreedvoetvlieg, zwarte champignonbreedvoet, zwarte hertenzwambreedvoet
- Het woord 'breedvoetvliegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.