Roofvlieg (Zosteria  -soort) met zweefvlieg als prooi
  • (IPA in voorbereiding)
  • roof·vlie·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord roofvliegen
verkleinwoord

de roofvliegenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord roofvlieg
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (tweevleugeligen) Asilidae   een familie van tweevleugeligen met ca 7100 beschreven soorten