hoornaarroofvlieg

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • hoor·naar·roof·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoornaarroofvlieg hoornaarroofvliegen
verkleinwoord hoornaarroofvliegje hoornaarroofvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de hoornaarroofvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) Asilus crabroniformis   een vliegensoort uit de familie van de roofvliegen (Asilidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1758 door Carl Linnaeus. De roofvlieg is met een grootte van 18-30 mm de grootste die in Nederland voorkomt. Het achterlijf is goudgeel en de eerste drie segmenten zijn zwart. Vliegtijd begin juni tot eind oktober
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie