• rijst·ba·naan
enkelvoud meervoud
naamwoord rijstbanaan rijstbananen
verkleinwoord - -

de rijstbanaanv / m

  1. (bloemplanten) bepaald ras van de bananenplant, Musa acuminata  , die tot 7,5 m hoog kan worden
  2. (fruit) vrucht van een bepaald ras van Musa acuminata   die niet hoekig is, tot 10 cm lang wordt, erg zoet smaakt en vaak in tropische gerechten wordt gebruikt
    De naam wordt ook wel gebruikt voor vergelijkbare vruchten van andere rassen.
     De bananenbeignets zijn perfect gefrituurd, de banaan is helaas te flauw van smaak. De kok had beter rijstbanaan kunnen gebruiken. Maar dat kan een Belgische kok niet weten, daarvoor moet je als Nederlander zijn opgegroeid, met de pisang goreng uit de Indonesische keuken.[1]
  1.   Weblink bron
    Joep Habets
    “Gastronomisch loyaliteit” (14 april 2007) op nrc.nl