vervoeging van
reverser

reverse

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van reverser
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van reverser
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van reverser
  • re·ver·se
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
reverse
reveía
revisto
volledig

reverse

  1. wederkerend elkaar opnieuw zien
vervoeging van
reversar

reverse

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reversar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reversar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reversar