republikeins
- re·pu·bli·keins
- afgeleid van republikein met het achtervoegsel -s
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | republikeins | republikeinser | republikeinst |
verbogen | republikeinse | republikeinsere | republikeinste |
partitief | republikeins | republikeinsers | - |
republikeins [1]
- (regering) van of als van een republiek
- van of als van de republikeinen
1.
- Het woord republikeins staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "republikeins" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be