Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·pu·bli·kein
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanhanger van de republiek’ voor het eerst aangetroffen in 1710 [1]
  • afgeleid van het Franse républicain [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord republikein republikeinen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

republikein m [3]

  1. burger in een republiek ??
  2. voorstander van een republiek als staatsvorm
    • Republikein demonstreert vast op de Dam [4] 
  3. aanhanger van een Republikeinse Partij (vooral Verenigde Staten van Amerika)
    • We moeten er rekening mee houden dat de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2024 de laatste kunnen zijn. Het is mogelijk dat Amerika over een paar jaar geen democratische staatsvorm meer heeft. Het machtigste land van de wereld zal dan meer op een fascistische dictatuur lijken. De Republikeinse partij volgt de koers van leider Donald Trump en verwerpt het democratische stelsel. Kandidaten verklaren bij voorbaat dat de verkiezingsuitslagen gemanipuleerd en ongeldig zijn. Misschien zullen zij daarover zwijgen indien ze winnen, maar dan zullen ze het democratische stelsel alsnog ontmantelen. [5] 
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen