regenarm
- re·gen·arm
- samenstelling van regen zn en arm bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | regenarm | regenarmer | regenarmst |
verbogen | regenarme | regenarmere | regenarmste |
partitief | regenarms | regenarmers | - |
regenarm [1]
- met weinig regenval; droog
- ▸ Het westen van de Verenigde Staten heeft een regenarme winter achter de rug, met weinig sneeuwval. Daardoor is het risico op bosbranden groot. Door de extreme droogte en de harde wind breidt het vuur zich gemakkelijk uit.[2]
- Het woord 'regenarm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "regenarm" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron kld“VS zetten 20.000 brandweerlieden in tegen bosbranden” (16/08/2001), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be