• re·ci·pi·ent
enkelvoud meervoud
naamwoord recipiënt recipiënten
verkleinwoord recipiëntje recipiëntjes

de recipiëntm

  1. (techniek) een kolf of vat voor gas of vloeistof
  2. (medisch) de ontvanger van bloed, weefsel of een orgaan dat van een donor afkomstig is
84 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be