Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ser·voir
enkelvoud meervoud
naamwoord reservoir reservoirs
verkleinwoord reservoirtje reservoirtjes

Zelfstandig naamwoord

het reservoiro

  1. plaats waar water of een andere vloeistof bewaard kan worden
     Het reservoir is van een fabriek nabij een inmiddels gesloten fosfaatmijn in de buurt van de stad Tampa. Het water is een mix van zout water, gemengd met afval- en regenwater. Volgens het milieudepartement van Florida bevat het verhoogde niveaus van fosfor en stikstof en is het water relatief zuur, maar is het hoogstwaarschijnlijk niet giftig.[1]
  2. (medisch) plaats waar ziekteverwekkers zich kunnen ophopen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Florida werkt met man en macht om 'catastrofale overstroming' te voorkomen” (Maandag 5 april 2021, 03:38), NOS
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /rɛzɛrvɔaːr/
Woordafbreking
  • re·ser·voir

Zelfstandig naamwoord

reservoir monbezield

  1. (verouderd) reservoir, container, tank; daar waar een gas of vloeistof getankt kan worden
  2. (verouderd)(figuurlijk) reservoir; een soortgelijke plaats waar het mogelijk is, een noodzakelijk iets (bijvoorbeeld: energie, ideeën en dergelijke) te tanken
Verbuiging
Schrijfwijzen

Verwijzingen