reservoir
- re·ser·voir
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reservoir | reservoirs |
verkleinwoord | reservoirtje | reservoirtjes |
het reservoir o
- plaats waar water of een andere vloeistof bewaard kan worden
- ▸ Het reservoir is van een fabriek nabij een inmiddels gesloten fosfaatmijn in de buurt van de stad Tampa. Het water is een mix van zout water, gemengd met afval- en regenwater. Volgens het milieudepartement van Florida bevat het verhoogde niveaus van fosfor en stikstof en is het water relatief zuur, maar is het hoogstwaarschijnlijk niet giftig.[1]
- (medisch) plaats waar ziekteverwekkers zich kunnen ophopen
- Het woord reservoir staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reservoir" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “Florida werkt met man en macht om 'catastrofale overstroming' te voorkomen” (Maandag 5 april 2021, 03:38), NOS
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /rɛzɛrvɔaːr/
- re·ser·voir
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)