Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·a·geer·buis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reageerbuis reageerbuizen
verkleinwoord reageerbuisje reageerbuisjes

Zelfstandig naamwoord

de reageerbuisv / m

  1. (scheikunde) glazen buisje dat bij het nemen van (scheikundige) proeven gebruikt wordt
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen