• ra·ti·o·na·lis·me
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het doelmatig maken’ voor het eerst aangetroffen in 1823 [1]
  • afgeleid van (het Latijnse) rationaal met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord rationalisme -
verkleinwoord - -

het rationalismeo [3]

  1. (filosofie) denkwijze waarbij alleen datgene aanvaard wordt, wat met het verstand (de ratio) te begrijpen is
94 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]