queue
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- queue
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wachtrij’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- van Frans queue [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | queue | queues queueën |
verkleinwoord | queuetje | queuetjes |
Zelfstandig naamwoord
- lange rij met personen die op hun beurt staan te wachten
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord queue staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "queue" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "queue" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ queue op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: queue (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /kjuː/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud |
---|---|
queue | queues |
Zelfstandig naamwoord
queue
Frans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
queue | la queue | queues | les queues |
Zelfstandig naamwoord
queue v