prol
- prol
- [A] (verkorting) van proleet [1][2]
- [B] mogelijk verwijzing klanknabootsing naar een week allegaartje dat een pruttelend geluid maakt, verwant aan prul, prut, pruttelen en prutsen [3][4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prol | prollen |
verkleinwoord |
de prol m
- (pejoratief) iemand van lage komaf die zich onbeschoft gedraagt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prol | |
verkleinwoord |
- (voeding) dikke brij die met aardappelen of brood dik is gemaakt
- ▸ Prol en Jopenbier. Benieuwd hoe dat smaakt? Het Westfries Museum geurt op 9 juni naar eten en drinken uit de tijd van onze 17e-eeuwse schilder Rembrandt.[5]
- Het woord prol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prol" herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ prol (proleet) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ prol (brij) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Rembrandts eten” (06 jun. 2013), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be