Nederlands

 
tekenen van de presentielijst van de Tweede Kamer
Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·sen·tie·lijst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord presentielijst presentielijsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de presentielijstv / m

  1. lijst waarop staat staat wie tijdens een bepaalde activiteit aanwezig was
    • ‘We hebben een advocaat toegewezen gekregen, maar ik moet zelf naar de rechtbank om uit te vinden wanneer er een zitting is. De verdachten komen binnen, tekenen een presentielijst en vertrekken. [2] 
    • Het Joint Investigation Team (JIT) doet het strafrechtelijk onderzoek samen met het OM naar de ramp met de MH17. De gegevens, bestaande uit presentielijsten, berichten, filmpjes en foto's, worden onderzocht en beoordeeld op bruikbaarheid voor het strafrechtelijk onderzoek. [3] 
  2. (onderwijs) lijst waarop schoolverzuim wordt bijgehouden
    • Maar als mijn studenten mij beu waren, mochten ze niet wegblijven zonder sanctie. Minutieus moest ik een presentielijst bijhouden. Ook moesten ze een verplicht aantal vakken halen. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 06 JUNI 2014 jb
  3. Tubantia 12-januari- 2017
  4. Volkskrant 9 oktober 2013