posteren
- pos·te·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plaatsen’ voor het eerst aangetroffen in 1688 [1]
- afgeleid van het Franse poster (met het achtervoegsel -eren) [2] [3] [4]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
posteren |
posteerde |
geposteerd |
zwak -d | volledig |
- wederkerend zich posteren: ergens gaan staan
- ergens neerzetten
- De oplossing bleek een permanente bewakingsagent te posteren in het gemeentehuis. ‘Voor zover ik kon nagaan, zijn we daarmee de eerste in Limburg. Het is ook een serieuze kostprijs: 100.000 euro per jaar. Die houden we onder controle door met een externe beveiligingsfirma te werken. De bewaker zal tijdens alle openingstijden postvatten bij de ingang, en tussenkomen indien nodig. [8]
- Na vele omzwervingen en ontduikingen trok Assange vanwege een internationaal arrestatiebevel in juni 2012 de Ecuadoriaanse ambassade in Londen in. Engeland reageerde door politiemensen voor de ambassade te posteren. [9]
- [1] weggaan
- [2] verwijderen
- Het woord posteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "posteren" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[10] |
- ↑ "posteren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ posteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ posteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard DINSDAG 3 OKTOBER 2017
- ↑ Volkskrant Huib Modderkolk 19 mei 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be