• pod·cast
enkelvoud meervoud
naamwoord podcast podcasts
verkleinwoord

de podcastm

  1. digitale radio-uitzending waarbij een audiobestand op internet wordt gezet zodat het kan worden gedownload en beluisterd
    • Hij luisterde dagelijks in de trein naar de podcast van Radio 1. 
vervoeging van
podcasten

podcast

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van podcasten
  2. gebiedende wijs van podcasten


enkelvoud meervoud
podcast podcasts

podcast

  1. podcast
vervoeging
onbepaalde wijs to  podcast 
he/she/it  podcasts 
verleden tijd  podcast 
voltooid
deelwoord
 podcast 
onvoltooid
deelwoord
 podcasting 
gebiedende wijs  podcast 

podcast

  1. podcasten


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  podcast     le podcast     podcasts     les podcasts  

podcast m

  1. podcast