podcasten
- pod·cas·ten
podcasten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
podcasten |
podcastte |
gepodcast |
zwak -t | volledig |
- met maken en publiceren van een podcast
- ▸ In een gezamenlijke verklaring zeggen Harry en Meghan podcasten leuk te vinden, "omdat we dan weer echt even luisteren", zeggen ze. "Met de uitdagingen van 2020 is er nooit een belangrijker moment geweest om dat te doen, want als we elkaars verhalen horen, worden we eraan herinnerd dat we allemaal met elkaar verbonden zijn."[1]
- ▸ De Babbel Bowl: broertjes Kelce zijn kampioen podcasten, nu rivalen in Super Bowl[2]
- Het woord podcasten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Harry en Meghan gaan podcasts maken, sluiten deal met Spotify” (Woensdag 16 december 2020, 01:13), NOS
- ↑ Weblink bron Arthur Huizinga“De Babbel Bowl: broertjes Kelce zijn kampioen podcasten, nu rivalen in Super Bowl” (Zondag 12 februari, 14:24), NOS