podcastte
- pod·cast·te
vervoeging van |
---|
podcasten |
podcastte
- enkelvoud verleden tijd van podcasten
- Ik podcastte.
- Jij podcastte.
- Hij, zij, het podcastte.
- Ik podcastte.
- Het woord podcastte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.