• IPA: /pɔr̝aɟiː/
  • po·řa·dí
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord řada met het voorvoegsel po- en met het achtervoegsel

pořadí o

  1. volgorde; wijze waarop iets in een rij gerangschikt wordt
    «Trenéři určí pořadí, v jakém budou jejich svěřenci nastupovat.»
    De trainer bepaalt de volgorde, waarin hun pupillen zullen aantreden.
  2. rij
    «Byl to kruhový sál se scénou širokou 12 metrů s pěti pořadími lóží.»
    Het was een ronde hal met een 12 meter breed podium met vijf rijen loges.
  • abecední pořadí o – alfabetische volgorde
  • pátý v pořadí – de vijfde in een rij