plnit
Niet te verwarren met: plniť |
- IPA: /pl̩ɲɪt/
- pl·nit
- Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord plný met het achtervoegsel -it
- Afgeleid van het Proto-Slavische *pьlniti
plnit imperfectief
- vullen, opvullen, aanvullen; een ruimte met iets compleet vullen
- «Láhve jsou plněny pomocí plnicích strojů.»
- De flessen worden gevuld met behulp van vulmachines.
- «Láhve jsou plněny pomocí plnicích strojů.»
- vullen; het plaatsen in een containter of verpakking
- «Pivo se nejčastěji plní do skleněných láhví.»
- Bier wordt vaak in glazen flessen gedaan.
- «Pivo se nejčastěji plní do skleněných láhví.»
- vervullen, voldoen, nakomen
- «Vaše přání plníme vždy na počkání.»
- Uw wensen vervullen wij altijd tijdens het wachten.
- «Vaše přání plníme vždy na počkání.»
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
eerste persoon | plním | plníme | |
tweede persoon | informeel | plníš | plníte |
formeel | plníte | ||
derde persoon | plní | plní |
- Oude schrijfwijze: plniti imperfectief
- plnit povinnost – een plicht vervullen
- plnit se imperfectief
- plnit úkol – een taak vervullen
- plnit závazek – een verplichting nakomen