pitvis

Nederlands

pitvis

Uitspraak

• Geluid:  pitvis    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈpɪtfɪs / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• pit·vis

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  pit zn "puit"  en  vis zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pitvis	pitvissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pitvis m

1. (straalvinnigen) benaming voor zeevissen uit de familie Callionymidae 
   1. bepaald soort vis, Callionymus lyra 
2. (straalvinnigen) benaming voor zeevissen uit de familie Draconettidae 

Synoniemen

• [1.1] schelvisduivel, pilatusvisje, schelpvisduivel,

Hyperoniemen

• grondelachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren

Verwante begrippen

• blauwe mandarijnpitvis, rasterpitvis

Hyponiemen

• mandarijnpitvis

Vertalingen

    1.1 bepaald soort vis, Callionymus lyra   

Engels: dragonet (en)

Gangbaarheid

• Het woord pitvis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pitvis" herkend door:

24 %	van de Nederlanders;
23 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.