personaliseren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van personaliseren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		personaliseren			te personaliseren
	toekomend		zullen personaliseren			te zullen personaliseren
voltooid	tegenwoordig		gepersonaliseerd			te gepersonaliseerd
	toekomend		gepersonaliseerd zullen			gepersonaliseerd te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	personaliserend		gepersonaliseerd			ev. personaliseer	mv. verouderd personaliseert	personalisere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	personaliseer	personaliseert	personaliseert	personaliseert	personaliseert	personaliseren	personaliseren	personaliseren
verleden (o.v.t.)	personaliseerde	personaliseerde	personaliseerde	personaliseerde	personaliseerde	personaliseerden	personaliseerden	personaliseerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal personaliseren	zult/zal personaliseren	zult/zal personaliseren	zult personaliseren	zal personaliseren	zullen personaliseren	zullen personaliseren	zullen personaliseren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou personaliseren	zou personaliseren	zou(dt) personaliseren	zoudt personaliseren	zou personaliseren	zouden personaliseren	zouden personaliseren	zouden personaliseren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij