Een perforator met uittrekbare aanslag.
  • per·fo·ra·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord perforator perforatoren
perforators
verkleinwoord perforatortje perforatortjes

de perforatorm

  1. een apparaat om gaten te maken in papier, karton, kunststof folie of metaalplaat
    • Geef me de perforator even door. Ik wil deze bladen in een map stoppen. 
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]


  • per·fo·ra·tor
  • Een Neolatijnse afleiding van perforare (doorboren, een gat boren) met het achtervoegsel -tor.
enkelvoud meervoud
perforator perforators

perforator

  1. perforator