partycrashen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van partycrashen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		partycrashen			te partycrashen
	toekomend		zullen partycrashen			te zullen partycrashen
voltooid	tegenwoordig		gepartycrasht			te gepartycrasht
	toekomend		gepartycrasht zullen			gepartycrasht te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	partycrashend		gepartycrasht			ev. partycrash	mv. verouderd partycrasht	partycrashe
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	partycrash	partycrasht	partycrasht	partycrasht	partycrasht	partycrashen	partycrashen	partycrashen
verleden (o.v.t.)	partycrashte	partycrashte	partycrashte	partycrashte	partycrashte	partycrashten	partycrashten	partycrashten
toekomend (o.t.t.t.)	zal partycrashen	zult/zal partycrashen	zult/zal partycrashen	zult partycrashen	zal partycrashen	zullen partycrashen	zullen partycrashen	zullen partycrashen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou partycrashen	zou partycrashen	zou(dt) partycrashen	zoudt partycrashen	zou partycrashen	zouden partycrashen	zouden partycrashen	zouden partycrashen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij