• over·le·ve·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord overlevering overleveringen
verkleinwoord

de overleveringv

  1. een mondeling of schriftelijk vertelde doorgave van geschiedkundige, maatschappelijke of religieuze verhalen over gebeurtenissen, situaties of personen, waarvan men veelal niet kan nagaan of het historisch gezien klopt
    • Tijdens de Stille Omgang lopen deelnemers elk jaar biddend de route die de pastoor van de Oude Kerk op 15 maart 1345 liep, nadat hij een wonder had meegemaakt dat bekendstaat als het Mirakel van Amsterdam. Volgens de overlevering braakte toen een stervende man een hostie uit in een woning aan de Kalverstraat. Zijn braaksel kwam in het haardvuur terecht. Toch bleek de volgende ochtend de hostie ongeschonden.[2] 
    • Blije Buren, Blije Burgers, B.B., dat staat voor: Babie Beatrice, de moeder van Gualterus. Ze is geboren op Java en haar moeder kon zich volgens de overlevering geen lekkerder gerecht voorstellen dan babi pangang.[3] 
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]