adat
- adat
- vanIndonesisch adat, in de betekenis van ‘traditie’ voor het eerst aangetroffen in 1804 [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adat | adats |
verkleinwoord | - | - |
de adat m
- Het woord adat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "adat" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ adat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "adat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- adat
adat